Tel stappen in plaats van minuten
Meer dan 14.000 vrouwen van 62 jaar en ouder (gemiddelde leeftijd 71,8 jaar) werden gemiddeld 9 jaar opgevolgd. Diegenen die voldoende fysiek actief waren, namelijk minstens 150 minuten per week, ontwikkelden minder hart- en vaatziekten en minder kanker. De vrouwen kregen gedurende een week een stappenteller die zowel het aantal stappen als het aantal minuten matige tot intense activiteit registreerde. Uitschieters buiten beschouwing gelaten, zetten de vrouwen in deze studie gemiddeld tussen 3.600 en 7.000 stappen per dag, wat overeenkwam met 20 tot 150 minuten matige tot intensieve fysieke activiteit per week. Met ongeveer 7.000 stappen per dag, of zo’n 49.000 stappen per week, haal je dus de aanbevolen beweegnorm van 150 minuten per week. Wie nog meer stappen zet, mag rekenen op nog meer gezondheidswinst.
Voor veel mensen is het praktischer om hun activiteit te berekenen in aantal stappen, en niet in aantal minuten. Tegelijkertijd is stappentellen een goede manier om te checken of je de beweegnorm haalt. De auteurs van deze studie geloven dat het stappenadvies meer mensen in beweging krijgt dan het minutenadvies. Ze pleiten ervoor dat zorgverleners, die mensen willen helpen om meer te bewegen, hun advies omzetten in stappen, daar kunnen mensen zich iets bij voorstellen. Een stappenteller zit tegenwoordig in zowat iedere smartphone.
Rikuta Hamaya, Eric J. Shiroma, Christopher C. Moore et al.Time- vs Step-Based Physical Activity Metrics for Health. JAMA Internal Medicine, 20th May 2024