Na de behandeling: borstreconstructie
Een borstreconstructie hoeft niet meteen en dat is ook nergens voor nodig. Wanneer er nog bestralingen volgen na de operatie, is het vaak beter om de plastische chirurgie uit te stellen. De opties voor een reconstructie worden steeds uitvoerig besproken, of je nu erfelijk of familiaal belast bent of borstkanker hebt gehad.
Diverse technieken
Bij een vroegtijdig ontdekte borstkanker is een volledige amputatie vaak niet nodig en volstaat wegname van de tumor met wat omgevend weefsel. Na de ingreep heb je een grotere en een kleinere borst. Soms wordt de holte opgevuld met wat naburig weefsel of weefsel uit de okselstreek, om opnieuw een mooie, ronde borst te creëren. Dat gebeurt tijdens dezelfde operatie, waarbij borstchirurg en plastisch chirurg samen aan de tafel staan. Bij grote borsten kan je er ook voor kiezen om de gezonde borst wat te verkleinen, zodat beide weer symmetrisch zijn.
Bij een mastectomie (borstamputatie) wordt vooraf besproken of de tepel ter plaatse kan blijven en enkel al het borstweefsel wordt weggenomen. Het hangt er onder andere vanaf waar de kanker zich precies bevindt. Indien er nog een aanvullende behandeling gepland is na de operatie, zoals bestralingen of chemo, wordt soms een tijdelijke opblaasbare prothese (weefsel expander) aangebracht op het moment van de mastectomie. Deze tijdelijke prothese wordt gevuld met vloeistof en expandeert de huid, ter voorbereiding van de definitieve reconstructie. Door zo’n prothese heb je meteen ook een welving.
Een borstreconstructie na een mastectomie kan met een borstprothese of met eigen weefsel.
Een borstprothese is een prothese gevuld met silicone die een natuurlijke vorm van de borst kan nabootsen en die geplaatst wordt onder de huid van de oorspronkelijke borst. Dit kan gebeuren tijdens dezelfde operatie als de borstamputatie of in tweede tijd, bij het verwijderen van een opblaasbare expander bijvoorbeeld. Het is belangrijk om weten dat siliconen implantaten slechts 10 tot 15 jaar meegaan. Daarna moeten ze vervangen worden.
Wanneer eigen weefsel gebruikt wordt, prepareert men een weefselflap (bestaande uit huid en vet, met of zonder spier) van een andere plaats op het lichaam. Deze flap wordt via microchirurgische technieken naar de borst getransplanteerd om een nieuwe borst te creëren. Zo’n flap wordt gewoonlijk genomen van de onderbuik, de binnenkant van de dij, de onderrug (love handle), de bil of de rug. Dit is een operatie die zeer secuur moet worden uitgevoerd, om afsterven van de flap zoveel mogelijk te vermijden. Als er een trombose in de flap komt, gaat de flap teloor. Maar, een flap die goed pakt, gaat in tegenstelling tot een borstprothese een leven lang mee.
Plastisch chirurgen doen hun uiterste best om vrouwen opnieuw borsten te geven, maar de gevoeligheid van de gereconstrueerde borst is nooit meer hetzelfde. Aanraking van de nieuwe borst of gereconstrueerde tepel wekt geen lustgevoelens op.
Verder lezen
Pink Monday-getuigenis: Ann Staels

"Een wandelcoach motiveert mensen die willen starten"
