Onderzoekers krijgen meer zicht op evolutie voorstadium borstkanker
Per 10.000 borstkankerdiagnoses in België, worden bij ongeveer 2.000 personen DCIS gevonden: een hoopje afwijkende cellen in de melkgangetjes van de borst die eerder een voorstadium vormen van borstkanker. DCIS, voluit Ductaal Carcinoma In Situ, groeit niet altijd verder naar een echte borstkanker. Toch wordt DCIS altijd als borstkanker behandeld, omdat men niet weet welke voorstadia verder evolueren en welke niet. Er zijn dus een aantal vrouwen die de hele borstkankerbehandeling moeten ondergaan, terwijl ze nooit een borstkanker zouden ontwikkelen. Men neemt het zekere voor het onzekere.
Belgische en Nederlandse onderzoekers hebben een methode ontwikkeld om de uitgroei van DCIS tot invasieve borstkanker beter te kunnen voorspellen. Met behulp van muizen waarin cellen van personen met DCIS werden ingebracht, kunnen onderzoekers beter in kaart brengen welke DCIS-patiënten risico lopen op borstkanker. De helft van de muizen met DCIS ontwikkelde borstkanker en de andere helft niet. De onderzoekers hebben ontdekt welke factoren een rol spelen bij DCIS in de proefmuizenpopulatie in het al dan niet verder ontwikkelen tot borstkanker. Als ze kunnen aantonen dat dezelfde factoren ook bij mensen een rol spelen, ligt de weg open naar het beter voorspellen welke voorstadia doorgroeien tot een echte borstkanker en welke niet. In geval er geen verdere kwaadaardige evolutie inzit, is een borstkankerbehandeling niet langer nodig.
Hutten S, de Bruijn R, Lutz C et al. A living biobank of patient-derived ductal carcinoma in situ mouse-tranductal xenografts identifies risk factors for invasive progression. Cancer Cell 2023 (27/4).