Interview met Aimé Van Hecke: "De pink illuminatie van het Europees Parlement maakte me trots’

Je hebt carrière gemaakt in de media. Hoe is dat gegaan?

Aimé Van Hecke: ‘Ik heb inderdaad een lange carrière in marketing en media achter de rug. De rode draad doorheen mijn loopbaan is het afstemmen van producten of diensten op de noden en wensen van gebruikers, en hierover gericht naar hen communiceren.

Ik startte mijn carrière in consumentenonderzoek, vooraleer ik voor mediabedrijven begon te werken zoals Mediahuis, waar ik uitgever was van Het Nieuwsblad, de VRT waar ik algemeen directeur televisie werd, en Sanoma.’

Hoe kwam je bij Pink Ribbon terecht?

Aimé Van Hecke: Als CEO van Sanoma, toen uitgever van diverse vrouwenbladen, bracht ik Pink Ribbon bijna twintig jaar geleden naar België. Na het vertrek van Sanoma uit ons land richtte ik samen met mijn partner Bettina een eigen marketingcommunicatiebureau op, dat in 2015 voor Pink Ribbon begon te werken.

Wat zijn jouw taken bij Pink Ribbon?

Aimé Van Hecke: Ik ben verantwoordelijk voor de strategische ontwikkeling van Pink Ribbon-projecten en sterk betrokken bij het sluiten van partnerships tussen Pink Ribbon en bedrijven of andere organisaties die onze strijd tegen borstkanker willen steunen.

Dankzij jou heeft de vzw tal van interessante partnerships. Hoe verklaar je dat succes?

Aimé Van Hecke: Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen. Eén vrouw op acht wordt getroffen. Dat betekent dat iedereen wel iemand kent die door de ziekte wordt geraakt. Ook bedrijven – waar vaak veel vrouwen werkzaam zijn of die veel vrouwen onder hun cliënteel tellen – worden met deze harde feiten geconfronteerd.

Steeds meer organisaties voelen zich geroepen om samen met Pink Ribbon borstkanker bespreekbaar te maken, het bewustzijn van de risico’s te verhogen, preventief gedrag aan te moedigen, de zorg voor patiënten te verbeteren en borstkanker-gerelateerd onderzoek te ondersteunen. Bovendien vinden steeds meer bedrijven het een belangrijk onderdeel van hun CSR om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op te nemen.

Wat verwacht je van deze partners? Wat is het doel?

Aimé Van Hecke: Wij verwachten van hen financiële steun om de Pink Ribbon-projecten te realiseren, de inzet van hun media en communicatie om het borstkankerbewustzijn te verhogen, en een actieve samenwerking, onder meer door deelname als bedrijf met hun medewerkers aan onze diverse projecten.

Wat is volgens jou de rol van Pink Ribbon België?

Aimé Van Hecke: Maximaal bijdragen aan de doelstellingen van iedereen die tegen borstkanker wil strijden. Dat betekent: het aantal diagnoses doen dalen, zorgen voor vroegtijdige opsporing, en de levenskwaliteit van patiënten verbeteren. We willen ervoor zorgen dat steeds minder mensen in België aan borstkanker overlijden en dat zij die de ziekte doormaken langer en beter kunnen leven. Met andere woorden: dat de maatschappelijke kosten die verbonden zijn aan borstkanker significant dalen.

Heb je een of enkele anekdotes met Pink Ribbon die je kan delen?

Aimé Van Hecke: Uit de voorbije twintig jaar zijn er zoveel mooie anekdotes. Eén van de meest recente verwezenlijkingen waar ik trots op ben, is de Pink Illuminatie van het Europees Parlement, dit jaar voor de tweede keer. Pink Ribbon is tot nu toe de enige non-profitorganisatie die erin is geslaagd Europese parlementsleden te overtuigen van het belang van onze strijd en die op deze manier verhoogde aandacht mocht vragen voor haar maatschappelijk doel.

Je vormt samen met je partner Bettina een sterke tandem die deze vzw boven water houdt in moeilijke tijden. Waar haal je die motivatie?

Aimé Van Hecke: Bettina en ik zijn op ons sterkst wanneer we voor sociaal relevante doelen mogen opkomen. Dat deden we ooit samen bij de openbare omroep (VRT) en met dezelfde drijfkracht ontwikkelen we nu al tien jaar projecten in de strijd tegen borstkanker, opnieuw een opdracht met groot maatschappelijk belang.

Hoe zie je de toekomst van Pink Ribbon? Waar moeten we op inzetten?

Aimé Van Hecke: Pink Ribbon heeft zich in België in de beginperiode voornamelijk gericht op preventie en vroegtijdige opsporing. We sensibiliseren en informeren het brede publiek met het oog op voorkomen en zo vroeg mogelijke detectie, zodat de ziekte beter kan worden behandeld wanneer iemand toch wordt getroffen.

Door de steeds toenemende steun die de vzw krijgt van bedrijven, diverse organisaties, burgers en de overheid, krijgen we meer middelen om ons ook op andere domeinen te richten, waaronder de psychosociale zorg voor patiënten tijdens en na de behandeling. Op dat vlak is er nog veel werk, en ik ben ervan overtuigd dat de vzw daar de komende jaren meer dan ooit op zal inzetten.

‍